Als een van je koeien te maken heeft met een klauwaandoening, kan je dat merken aan mank lopen, schuifelende gang, of wisselend belasten van de benen. Een koe met klauwproblemen zal minder naar het voederhek en de drinkbakken komen en dus minder melk gaan geven. De meest voorkomende infectieuze klauwproblemen zijn: stinkpoot, ziekte van Mortellaro, tussenklauwontsteking en tyloom.
De niet-infectieuze klauwaandoeningen die het meest voorkomen zijn zoolbloedingen, witte lijndefecten en zoolzweren.
Klauwaandoeningen
bij koeien behandelen
Preventieve
maatregelen zijn bij klauwaandoeningen van groot belang. Vooral de voeding moet
voldoende spoorelementen en vitamines bevatten. Ook de huisvesting is
natuurlijk erg belangrijk. De juiste stalvloer, veilige ondergrond waar de
koeien vaak op stappen, voldoende ventilatie en de algemene hygiëne kunnen
klauwproblemen vermijden.
Een manke
of kreupele koe moet natuurlijk zo snel mogelijk individueel de juiste
behandeling krijgen. Zo kunnen verdere gezondheidsproblemen voorkomen worden.
Wij raden
sowieso aan om alle koeien tweemaal per jaar te laten controleren en indien
nodig te worden bekapt.
Bij het
behandelen van infectieuze klauwaandoeningen is er naast het bekappen meestal
nog verdere specifieke behandeling nodig. Vraag hiervoor altijd raad aan jouw
veearts.